Waarom oude boomgaarden behouden worden

De hoogstam fruitboom maakt al heel lang deel uit van ons landschap maar is de afgelopen eeuw economisch achterop geraakt bij de moderne commerciële boomgaarden. De hoogstam wordt nog wel gewaardeerd als historisch sieraad in het landschap. Soms worden ze ook nog wel onderhouden maar vaak gebrekkig (onvakkundig of te weinig). Onvoldoende onderhoud gaat al snel ten koste van de vitaliteit van de bomen en de kwaliteit van het fruit. Een in verval geraakte boomgaard kan nog wel even leuk zijn voor de natuur maar is meestal geen lang leven meer beschoren. Fruit mag dan voor veel bezitters van een hoogstamboomgaard op de tweede (of zelfs vijfde) plaats komen maar... hier zit een addertje onder het gras.

 

Groei en produktie van de boom moeten min of meer in evenwicht zijn om de boom vitaal te houden. Een zware vruchtdracht eist alle energie op van de boom en brengt de groei tot stilstand. Overmatige scheutgroei doet de bomen dichtgroeien wat ze gevoeliger maakt voor ziekten en plagen. Een regelmatige goede vruchtdracht is dus een teken dat het goed gaat met de bomen. Kleine smakeloze vruchten zijn een signaal dat de vitaliteit van de bomen achteruit gaat. Regelmatig snoeien kan bijdragen aan evenwichtige groei en vruchtdracht. Het valfruit opruimen doorbreekt de levenscyclus van een aantal schadelijke insecten, schimmels en bacteriën onder de fruitboom. Op tijd plukken geeft de boom nog wat hersteltijd na de oogst. Voor een 'wilde' boomgaard met minimaal of geen onderhoud zou je sterke 'wilde' appels of peren moeten kiezen. Dergelijke 'bosboomgaarden' komen nog voor in Oost-Europa. Dat fruit wordt soms ook nog wel verzameld en is dan bijvoorbeeld bestemd voor verwerking tot drank en stroop.